Inhoudsopgave
Bel voor een gratis adviesgesprek
09:00 tot 19:00
Hoe werkt de rekenmodule kinderalimentatie?
Let op! deze rekenmodule is ter indicatie en niet precies. Voor een goede en preciezere berekening zal u een echtscheidingsadvocaat in moeten schakelen. Heb je hiervoor nog geen advocaat ingeschakeld? Neem telefonisch contact met ons op of kies zelf een familierecht advocaat uit ons netwerk die goed bij je past.
In dit artikel wordt alleen uitgelegd hoe de rekenmodule werkt en op welke wijze de resultaten worden weergegeven. Wil je weten hoe de rechter het kinderalimentatiebedrag vaststelt? Dat leggen we je uit in dit artikel.
Het resultatenblad van de rekenmodule kinderalimentatie is onderverdeeld in vier of vijf blokken:
- Basisgegevens
- Behoefte van het kind of de kinderen
- Draagkracht van de alimentatiebetaler
- Draagkracht van de alimentatieontvanger (optioneel)
- Indicatie te betalen kinderalimentatie
Blok 1: basisgegevens
In dit blok worden de belangrijkste gegevens getoond waarop de berekening gebaseerd is. Het gaat dan om het aantal kinderen, hun geboortedata, het netto besteedbaar gezinsinkomen en de netto inkomens van beide partners.
Blok 2: Behoefte van het kind of de kinderen
In dit blok wordt de zogenaamde behoefte van de kinderen weergegeven. Hiervoor zijn in de rechtspraak vaste normen en tabellen ontwikkeld. Op basis van het netto gezinsinkomen, het aantal kinderen en de leeftijd van de kinderen komt hier een vaststaand bedrag uit. Bij dit bedrag worden de kosten voor kinderopvang opgeteld.
Dit bedrag geeft aan welk bedrag het kind of de kinderen in feite aan kinderalimentatie nodig hebben. Deze behoefte wordt ook wel aangeduid als ‘de kosten van de kinderen’ of Aandeel ouders in kosten kind(eren).
Blok 3: draagkracht van de alimentatiebetaler
In dit blok wordt weergegeven hoeveel de alimentatiebetaler aan de hand van zijn inkomen en vaste lasten in staat is om aan kinderalimentatie te betalen. Het verschil tussen het inkomen van de alimentatiebetaler en zijn vaste lasten wordt ook wel draagkrachtruimte genoemd.
Eerst wordt het netto maandinkomen inclusief vakantiegeld getoond. Omdat uitgegaan wordt van het netto maandinkomen, gaat de rekenmodule uit van een vakantietoeslag van 5%. Dit komt ongeveer overeen met 8% vakantietoeslag op het bruto inkomen.
Op dit inkomen worden enkele vaste lasten in mindering gebracht. Allereerst is dit de zogenaamde bijstandsnorm. In deze bijstandsnorm zit al een bedrag aan woonlasten verwerkt alsmede een bedrag wegens ziektekosten.
Naast de bijstandsnorm worden vervolgens de opgegeven woonlasten, ziektekosten, kosten van de omgangsregeling met de kinderen en eventuele huwelijkse schulden in mindering gebracht.
Vanwege het feit dat in de bijstandsnorm al een component voor woonlasten en ziektekosten begrepen is, wordt op de ingevoerde woonlasten een bedrag in mindering gebracht. Op de ingevoerde ziektekosten wordt ook een bedrag in mindering gebracht.
Van de draagkrachtruimte (inkomen minus vaste lasten) is volgens een vaste normering een percentage van 60% beschikbaar voor kinderalimentatie. Dit noemt men ook wel de draagkracht.
Blok 4: draagkracht van de alimentatieontvanger
Als de ontvanger van de kinderalimentatie over eigen inkomen beschikt, wordt in dit blok weergegeven in welke mate de alimentatieontvanger in staat zou zijn om bij te dragen aan de kosten van de kinderen.
Op een vergelijkbare wijze zoals weergegeven bij blok 3 worden de resultaten van inkomen, vaste lasten, draagkracht en draagkrachtruimte getoond. Bij het inkomen is het te verwachten kindgebonden budget ná de scheiding opgeteld.
Blok 5: indicatie te betalen kinderalimentatie
In dit blok wordt de uiteindelijke indicatie getoond. Eerst wordt de behoefte van de kinderen vermeld. Daaronder staat de draagkracht van de alimentatiebetaler of, als de ontvanger ook inkomen heeft, de gezamenlijke draagkracht van beide ex-partners.
Als beide ex-partners inkomen hebben, dan berekent de module wat het zogenaamde eigen aandeel is van de alimentatieontvanger in de kosten van de kinderen.
Stel dat de alimentatiebetaler en de alimentatieontvanger beide een draagkracht hebben van 1.000 euro terwijl de behoefte van de kinderen 500 euro is. Het eigen aandeel van de alimentatieontvanger in de kosten van de kinderen is dan 250 euro. Het aandeel van de alimentatiebetaler is dan ook 250 euro.
Sinds 1 januari 2015 mag kinderalimentatie niet meer fiscaal worden afgetrokken. Er is dus geen sprake van een fiscaal voordeel voor de alimentatiebetaler dat moet worden meegenomen in de berekening.
De te betalen kinderalimentatie is nooit hoger dan de behoefte van de kinderen en ook nooit hoger dan het bedrag dat de alimentatiebetaler inclusief het fiscaal voordeel kan betalen.