Recht op omgang

Volgens de wet heb je in beginsel recht op omgang met een kind als je juridisch ouder bent van een kind. Dit is het geval als het kind binnen je huwelijk is geboren, wanneer je een kind hebt erkend of wanneer je een kind hebt geadopteerd. Ook als ouder zonder gezag heb je recht op omgang met je kind.

Het is belangrijk om samen met de andere ouder goede afspraken vast te leggen in een omgangsregeling. Dit kun je doen onder begeleiding van een mediator.

Kan omgang geweigerd worden?

In beginsel hebben juridische ouders dus altijd recht op omgang met hun kind. Een ouder mag dus niet zomaar het contact tussen jou en je kind verbieden, ook niet als hij of zij eenhoofdig gezag heeft. Hoewel je recht op omgang niet zomaar geweigerd mag worden door de andere ouder, mag je je kind niet zomaar meenemen. Wanneer een ouder niet wil meewerken aan een omgangsregeling dan kun je een verzoek bij de rechter indienen om een omgangsregeling tot stand te brengen. Hiervoor heb je een advocaat nodig.

Een verzoek bij de rechter

Een ouder heeft niet alleen recht op omgang met zijn of haar kind, maar een kind heeft andersom even goed recht op omgang met beide ouders. Wanneer je als juridisch ouder een verzoek tot omgang indient bij de rechter wordt dit in beginsel toegewezen. Er zijn wel uitzonderingen. Omgang met een kind wordt door de rechter geweigerd indien:

• omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind
• de ouder kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang
• het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder heeft doen blijken
• omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind

Heb ik recht op co-ouderschap

Het feit dat je recht hebt op omgang betekent niet automatisch dat je recht hebt op 50/50 co-ouderschap. Wanneer de rechter een omgangsregeling vaststelt dan is het belang van het kind het uitgangspunt. Contact met beide ouders wordt gezien als zijnde in het belang van het kind. Een kind heeft namelijk recht om te weten wie zijn of haar ouders zijn en om met hen om te gaan. Het kan natuurlijk zijn dat andere omstandigheden zich hier tegen verzetten. Bij de vaststelling van omgang kijkt de rechter naar alle feiten en omstandigheden. Hoewel het belang van het kind het uitgangspunt is, kan het in uitzonderlijke gevallen zijn, dat een ander belang zwaarder weegt dan het belang van het kind.

Mag mijn ex-partner met mijn kind ver weg verhuizen?

Wanneer het hoofdverblijf van je kind bij de ander ouder is dan kan een verre verhuizing een grote invloed hebben op de omgang met je kind. Wanneer jullie gezamenlijk gezag uitoefenen over je kind dat moet er toestemming gegeven worden om met een kind te verhuizen. Wanneer er geen toestemming wordt gegeven dan kan de ouder die wil verhuizen vervangende toestemming vragen aan de rechter.

Als de ouder die wil verhuizen eenhoofdig gezag heeft dan is toestemming van de andere ouder geen vereiste om te verhuizen. Dit betekent niet altijd dat de ouder met het eenhoofdig gezag zomaar samen met het kind ver weg mag verhuizen. De wet bepaalt namelijk dat het ouderlijk gezag mede de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen, omvat.

Bij een verre verhuizing bestaat de mogelijkheid om met behulp van een advocaat aan de rechter te vragen om de met gezag belaste ouder te verbieden om te verhuizen. Het moet dan gaan om een verhuizing die erg ingrijpend is voor de mogelijkheid tot omgang.

Wat als mijn ex-partner de omgangsregeling niet nakomt?

Wanneer een van de ouders de omgangsregeling niet nakomt dan bestaat de mogelijkheid om bij de rechter nakoming van de regeling te vorderen. Het moet dan wel gaan om het systematisch niet nakomen van de omgangsregeling. Wanneer er eenmalig wordt afgeweken is dit geen grond om nakoming te vorderen.