Inhoudsopgave
Wettelijke onderhoudsverplichting kinderen of stiefkinderen
Onderhoudsplicht
Het is dus wettelijk geregeld dat ouders een onderhoudsplicht hebben voor hun kinderen totdat ze 21 jaar zijn. Dit geldt voor ouders en hun eigen kinderen, maar ook voor stiefouders. Als stiefouder heb je ook een onderhoudsplicht voor je stiefkind. Je bent stiefouder als je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt met één van de ouders van het kind.
De onderhoudsplicht als stiefouder weegt ook mee in de kinderalimentatieberekening. Dat betekent dat zodra er een stiefouder bijkomt, het mogelijk is dat de alimentatie-betalende ouder minder alimentatie hoeft te betalen. Is de situatie bij jullie dusdanig gewijzigd dat een herberekening van de kinderalimentatie aan de orde is? Laat zo'n berekening dan doen door echtscheidingsadvocaat: op deze manier weet je zeker dat je een kloppende berekening hebt.
Een alimentatieberekening
Bij een echtscheiding moet je alimentatie berekenen . De rechter bepaalt welk bedrag de alimentatiebetaler kan missen (de draagkracht). De draagkracht wordt gebruikt om de hoogte van de kinderalimentatie te bepalen. Daarnaast wordt gekeken naar de behoefte van de kinderen en de alimentatie-ontvangende ouder. Ben je geïnteresseerd in een globaal beeld van het alimentatiebedrag in jullie situatie? Gebruik onze rekentool om de kinderalimentatie te berekenen. Deze rekentool geeft geen precies kloppend alimentatiebedrag, maar een inschatting. Als je een kloppende alimentatieberekening wil laten maken, is het verstandig om in contact te komen met echtscheidingsadvocaat.
Kinderalimentatieberekening in het geval van een nieuw gezin
Bij de vaststelling van de draagkracht moet rekening worden gehouden met alle redelijke kosten die de alimentatiebetaler moet betalen, naast de kinderalimentatie. Onder redelijke kosten kunnen ook de uitgaven van een nieuw gezin gerekend worden, ongeacht of de nieuwe gezinssituatie formeel is vastgelegd in een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Dit impliceert dat vroeger ook met niet-wettelijke onderhoudsverplichtingen, zoals morele of afgesproken verplichtingen naar het nieuwe gezin, rekening gehouden kon worden bij het vaststellen van het alimentatiebedrag.
Sinds 2009 is het zo dat de onderhoudsverplichting voor eigen kinderen en stiefkinderen voorrang krijgt boven deze andere, niet-wettelijke onderhoudsverplichtingen. Anders gezegd: als er niet genoeg draagkracht is om bij te dragen aan kinderalimentatie en een nieuw gezin, krijgen eigen kinderen en stiefkinderen voorrang.
Wat zegt de rechter?
Hoe zit het dan met die voorrangsregeling als een ouder wél in een nieuw gezinsverband leeft, maar niet getrouwd is of als partner geregistreerd staat? Gaat de wettelijke onderhoudsverplichting van het oude gezin dan ook voor de morele onderhoudsverplichting van het nieuwe gezin? Die vraag werd voorgelegd aan de rechtbank, toen een verzoek tot wijziging van de hoogte van de kinderalimentatie werd gedaan.
De situatie was als volgt. De twee ex-partners hadden twee kinderen. De twee kinderen woonden bij de moeder. Moeder wenste een hoger kinderalimentatiebedrag. Vader voerde aan dat deze verhoging niet haalbaar was, omdat hij samenwoonde met zijn nieuwe partner en haar twee kinderen in gezinsverband. Hij was met haar niet getrouwd en had met haar ook geen geregistreerd partnerschap, maar: hij droeg wel bij in de onderhoudskosten van haar kinderen.
De rechtbank gaf moeder gelijk: er hoefde voor de kinderalimentatie dus geen rekening te worden gehouden het feit dat de vader meebetaalde aan het levensonderhoud van de kinderen van zijn nieuwe partner. De wet verplicht hem namelijk niet om deze kinderen financieel te onderhouden. Dat is zijn eigen keuze geweest. De kosten die hij maakt in het nieuwe gezin werden dan dus ook niet meegerekend in de kinderalimentatieberekening.
Dus als er sprake is van samenloop van een wettelijke verplichting (eigen kinderen uit een eerder huwelijk) en een morele verplichting om levensonderhoud te verstrekken (kinderen van de nieuwe partner met wie je niet getrouwd bent en geen geregistreerd partnerschap hebt), dan geldt de voorrangsregel zoals vastgelegd in de wet: art. 1:400 BW.
